torenklok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  torenklok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • to·ren·klok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord torenklok torenklokken
verkleinwoord torenklokje torenklokjes

Zelfstandig naamwoord

detorenklokv/m

  1. Klok in een toren.
    • De torenklok hoefde niet precies gelijk te lopen, want iedereen keek op dezelfde klok. 

Gangbaarheid

  • Het woord torenklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.