town
Engels
Uitspraak
- Geluid: town (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /taʊ̯n/
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| town | towns |
Zelfstandig naamwoord
town
- (aardrijkskunde) stadje, kleine tot middelgrote stad (tot ca. 100.000 inwoners, daarboven heet het een city); bij uitbreiding soms ook gebruikt voor grotere of juist nog kleinere plaatsen
- «The town of Fairview.»
- Het stadje Fairview.
- «The town of Fairview.»
- (politiek) (vnl. AE) gemeente; gemeentebestuur
- (informeel) tuinhuis
- (verouderd) boerderij (m.n. in Schotland), hof
- (verouderd) omheining
Afgeleide begrippen
- town hall, townhouse, township
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.