trampoline

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trampoline    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tram·po·li·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘verend net’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord trampoline trampolines
verkleinwoord trampolinetje
trampolientje
trampolinetjes
trampolientjes

Zelfstandig naamwoord

detrampolinev

  1. (sport) een horizontaal raam met een verende mat, waarop allerlei sprongen uitgevoerd kunnen worden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trampoline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.