traphal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  traphal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trap·hal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord traphal traphallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detraphalv/m

  1. open ruimte in een gebouw waarin de trap is gebouwd
    • Vjatsjeslav Basjkov, een vriend van het slachtoffer, verklaarde echter dat Borodin hem twee dagen voor zijn dood om 5 uur ’s ochtends contacteerde met de boodschap dat er ‘iemand met een wapen op zijn balkon stond en er mannen in camouflagekledij met maskers in de traphal liepen’.[1] 
    • 'Het is belangrijk om de geruchten een halt toe te roepen en alles voor eens en voor altijd duidelijk te maken', klinkt het. 'Om het meteen over de aantijgingen te hebben: de modellen moesten helemaal geen drie uur in het donker wachten, zelfs geen uur. We sloten ze niet op in de traphal en deden de lichten niet uit. Dat zou compleet onmenselijk geweest zijn.[2] 

Gangbaarheid

  • Het woord traphal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.