trekbus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trekbus    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtrɛɡbʏs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • trek·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trekbus trekbussen
verkleinwoord trekbusje trekbusjes

Zelfstandig naamwoord

detrekbusv/m

  1. (techniek) cilindervorminge buis waarmee men een as kan vastklemmen

Gangbaarheid

  • Het woord 'trekbus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.