trekbus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trekbus (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɛɡbʏs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- trek·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trekken ww en bus zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trekbus | trekbussen |
verkleinwoord | trekbusje | trekbusjes |
Zelfstandig naamwoord
de trekbus v / m
- (techniek) cilindervorminge buis waarmee men een as kan vastklemmen
Gangbaarheid
- Het woord 'trekbus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trekbus" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.