trouwgetuige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwgetuige (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trouw·ge·tui·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van trouwen ww en getuige zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trouwgetuige | trouwgetuigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de trouwgetuige v / m
- iemand die officieel heeft waargenomen dat het huwelijk voltrokken is en dat schriftelijk vastlegt
- Artikel 63 Voltrekking in het gemeentehuis en aanwezigheid getuigen. Een huwelijk wordt in tegenwoordigheid van ten minste twee en ten hoogste vier meerderjarige getuigen in het openbaar in het gemeentehuis voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand van: a. de woonplaats van één der partijen ten tijde van de datum van de akte van huwelijksaangifte, of b. 's-Gravenhage, in het geval bedoeld in artikel 43, eerste lid, tweede zin, van dit boek, of c. de bij de huwelijksaangifte aangewezen gemeente. Opmerking van de redactie van uwwet.nl: Vereist zijn minimaal twee meerderjarige trouwgetuigen. Meer dan vier meerderjarige trouwgetuigen is niet toegestaan.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'trouwgetuige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.