turbotaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  turbotaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʏrboˌtal/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tur·bo·taal
Woordherkomst en -opbouw
  • intensiverende samenstelling van  turbo zn  en  taal zn , in de betekenis van ‘modieus taalgebruik’ voor het eerst aangetroffen in 1987 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord turbotaal turbotalen
verkleinwoord turbotaaltje turbotaaltjes

Zelfstandig naamwoord

deturbotaalv/m

  1. (taalkunde) (schertsend) modieus, vlot klinkend taalgebruik
     Gewichtige woordenboeken mogen in dit tijdsgewricht dan weinig aantrekkingskracht hebben, voor taalvernieuwing, turbotaal, trends, hippe neologismen, is bij jongeren wel degelijk belangstelling.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord turbotaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.