twee-eenheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  twee-eenheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /tweˈʔenhɛit/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • twee-een·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  twee ht  en  eenheid zn , geschreven met een koppelteken volgens de Leidraad bij de spellingvoorschriften 7.5 onder (b) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord twee-eenheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detwee-eenheidv

  1. geheel dat uit 2 goed te onderscheiden, maar nauw samenhangende delen bestaat
     Muzikant en instrument zijn een twee-eenheid.[2]
     Het staat in alle biologieboeken: korstmossen zijn een twee-eenheid, een huwelijk tussen een schimmel en alg.[3]
     Met zijn notoire stem deelt de filmer aan het begin mee dat hij nooit een trouwring heeft gedragen om de twee-eenheid met zijn partner uit te dragen.[4]
     De film- en modewereld zijn bijna een twee-eenheid.[5]
Schrijfwijzen
  • tweeëenheid (officiële spelling tot 1996)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord twee-eenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Leendert van der Valk
    “Dit orgel is zijn plakboek” (19 maart 2021) op nrc.nl
  3. Weblink bron “Revolutie: in korstmossen leven algen met twéé schimmelsoorten samen” (22 juli 2016) op nrc.nl
  4. Weblink bron
    Hans Beerekamp
    “Je naam in mijn nek” (12 februari 2013) op nrc.nl
  5. Weblink bron
    Dana Linssen
    “Mode en film: de band is altijd innig geweest” (21 oktober 2010) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.