tweestaart

Niet te verwarren met: Tweestaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweestaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtwestart/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • twee·staart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweestaart tweestaarten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detweestaartm

  1. (dierkunde) benaming voor dieren met een dubbele staart
    1. (dierkunde) benaming voor zespotigen uit de orde Diplura 
       Nico van Straalen kruipt in de huid van... de tweestaart.[1]
    2. (vlinders) (verouderd) benaming voor Furcula bifida 
       Goedaert was nog steeds niet tevreden met zijn onderzoek naar de metamorfose van de tweestaart.[2]
    3. (haften) benaming voor sommige haften uit de familie Heptageniidae 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweestaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Nico van Straalen
    Column: de tweestaart in: Entomologische berichten, jrg. 69 nr. 2 (april 2009), Nederlandse Entomologische Vereniging (NEV), p. 29 kol. 1 op Natuurtijdschriften
  2. Weblink bron
    Kees Beaart
    Goedaerts twee-steert in: Vlinders, jrg. 30 nr. 4 (november 2015), De Vlinderstichting, p. 24 kol. 2
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.