tweestrijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweestrijd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʋestrɛɪt/
Woordafbreking
  • twee·strijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweestrijd tweestrijden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detweestrijdm

  1. conflict tussen twee mensen of groepen
    • Zo ontstond er een tweestrijd tussen de aanhangers van de Vrije Fransen en het Vichy-regime. 
  2. competitie tussen twee mensen of groepen in de sport
    • Een tweestrijd tussen viervoudig winnaar Bernard Hinault en de winnaar van 1983 Laurent Fignon mondde uit in een ruime zege voor de laatste. 
  3. inwendige strijd bij het maken van een keuze
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tweestrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.