uitbreidingsplan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitbreidingsplan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈœydbrɛidɪŋsˌplɑn/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·brei·dings·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitbreidingsplan uitbreidingsplannen
verkleinwoord uitbreidingsplannetje uitbreidingsplannetjes

Zelfstandig naamwoord

hetuitbreidingsplano [1]

  1. voornemen om iets groter te maken dan het was; voornemen om iets te laten groeien
     De Chinese uitbreidingsplannen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) zijn in gevaar. Een meerderheid van de Universiteitsraad kondigt aan tegen een campus en een aantal opleidingen van de RUG in het Chinese Yantai te stemmen.[2]
     De uitbreidingsplannen van het ministerie van Defensie botsen met plannen voor nieuwe woonwijken en natuur. Dat stelt de Commissie voor de Milieueffectrapportage (mer) in een advies aan het kabinet.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord uitbreidingsplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “China-plannen van Groningse universiteit in gevaar” (donderdag 24 augustus 2017, 12:50), NOS
  3. Weblink bron “Schietterrein of nieuwbouwwijk? Uitbreiding Defensie botst met andere plannen” (woensdag 29 mei, 12:46), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.