uitgeput

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitgeput    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·ge·put
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: uitputten…
verbogen vorm: uitgeputte

uitgeput

  1. voltooid deelwoord van uitputten
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen uitgeputuitgeputteruitgeputst
verbogen uitgeputteuitgeputtereuitgeputste
partitief uitgeputsuitgeputters-

Bijvoeglijk naamwoord

uitgeput

  1. dodelijk vermoeid
    • De uitgeputte drenkeling werd nog net op tijd uit het water gehaald. 
     De rest gaf ik aan de jongens die uitgeput in de zon zaten.[1]
  2. dusdanig leeggehaald dat er niets overblijft
    • De uitgeputte goudmijn was al jaren gesloten, maar door nieuwe technologie werd het mogelijk het afval opnieuw te gaan bewerken. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitgeput staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.