uitkijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitkijken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈœytkɛikə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uit·kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitkijken
keek uit
uitgekeken
klasse 1 volledig

Werkwoord

uitkijken

  1. inergatief voorzichtig zijn
    • Kijk uit voor die auto! 
  2. inergatief ~ naar: met verlangen op iets wachten
    • Hij kijkt erg uit naar zijn verjaardag. 
  3. inergatief~ op: uitzicht bieden op
    • De hotelkamer keek uit op een ravijn. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • uitgekeken zijn op
    niet meer positief zijn over, genoeg hebben van
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitkijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.