uitlokken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitlokken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·lok·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitlokken
lokte uit
uitgelokt
zwak -t volledig

Werkwoord

uitlokken

  1. verleiden, veroorzaken, iets of iemand iets laten doen
    • De krasse uitspraken van de politicus lokte heftige kritiek uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitlokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.