uitzege
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitzege (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytseɣə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- uit·ze·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en zege zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitzege | uitzeges |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de uitzege v / m
- het winnen van een wedstrijd die men speelt op het terrein van de tegenstander
- Met een assists en een doelpunt was Brandley Kuwas de hoofdverantwoordelijke voor pas de tweede uitzege van het seizoen van Heracles. De Heraclied heeft nu al meer doelpunten gemaakt dan hij in het hele vorige seizoen deed. [1]
- Giannis Antetokounmpo heeft Milwaukee Bucks aan een uitzege op New York Knicks geholpen in de NBA (109-95). De Griek maakte maar liefst dertig punten in Madison Square Garden. [2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord uitzege staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitzege" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia Nik Kok 23-12-18 Te Vrede sluit jaar af met hoogste cijfer, ook El Khayati en Kuwas blinken uit
- ↑ Tubantia 25-12-18 Antetokounmpo op schot voor Bucks
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.