vaas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaas    (hulp, bestand)
  • IPA: /vas/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • vaas
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse vase, in de betekenis van ‘kunstig vaatwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vaas vazen
verkleinwoord vaasje vaasjes

Zelfstandig naamwoord

devaasv/m

  1. een aardewerken of glazen kruik, vooral bedoeld voor het in het water zetten van bloemen
    • Hij liet zomaar de vaas uit z'n handen vallen. 
     Op de overloop boven aan de trap stond een grote vaas met plastic bloemen.[2]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.