vakantieoord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakantieoord    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·kan·tie·oord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantieoord vakantieoorden
verkleinwoord vakantieoordje vakantieoordjes

Zelfstandig naamwoord

hetvakantieoordo

  1. een verblijf waar men vakantie kan houden
    • Een vakantieoord noemt men ook wel resort om het meer alure teven zoals bijvoorbeeld Themepark & Resort Slagharen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vakantieoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.