oord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oord    (hulp, bestand)
  • IPA: /ort/
Woordafbreking
  • oord
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plaats, plek’ voor het eerst aangetroffen in 951 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord oord oorden
verkleinwoord oordje oordjes

Zelfstandig naamwoord

hetoordo

  1. een bepaalde plaats
    • Dit was een oord waar velen weer tot rust kwamen. 
Hyponiemen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.