vandalisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vandalisme    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɑndaˈlɪsmə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • van·da·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans vandalisme, op te vatten als afgeleid van Vandaal met het achtervoegsel -isme: de Vandalen waren een volk dat in de 5e eeuw op een verwoestende manier door West-Europa trok; in de betekenis van ‘vernielzucht’ voor het eerst aangetroffen in een geschiedkundig werk van 1797 (zie vindplaats hieronder), geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.C [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vandalisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetvandalismeo

  1. moedwillige en nodeloze beschadiging of vernietiging van andermans of openbaar eigendom
     ontelbaar moeten dus de schatten van Kunst zijn die men hier bij een vindt, en nog veel grooter zou derzelver aantal wezen, indien niet de schenzuchtige handen van het vandalisme, en het Dictatorschap van R O B E S P I E R R E, met eene woestheid zonder wedergade, veele uitmuntende stukken bedorven of geheel en al vernietigd hadden.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vandalisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "vandalisme" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Weblink bron “Nieuwe vaderlandsche bibliotheek, van wetenschap, kunst en smaak.”, Tweede deel, eerste stuk (1797), Martinus de Bruyn, Amsterdam, 1769-1804, p. 520.
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • van·da·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • bedacht door de Franse kamergeleerde en bisschop Grégoire in 1794, in zijn redevoering tijdens de Nationale Conventie, om de verwoestingen onder leiding van Robespierre, tijdens de Franse Revolutie, ermee te karakteriseren.[1]

Zelfstandig naamwoord

devandalismem

  1. vandalisme, moedwillig vernielzucht, m.n. de vernieling van kunstwerken en monumenten

Verwijzingen

    • Henri Grégoire, Convention nationale. Instruction publique. Rapport sur les destructions opérées par le Vandalisme, et sur les moyens de le réprimer, séance du 14 fructidor l'an second (31 août 1794). Online: gallica.bnf.fr
    • Voor de beweegredenen van zijn woordkeuze, zie Mémoires de Grégoire: ancien évêque de Blois hoofdstuk III, 1837: p. 345-46. Online: www.archive.org
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.