vaste plant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaste plant    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɑstə plɑnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vas·te plant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaste plant vaste planten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devaste plantv/m

  1. kruidachtige (niet-houtige) zaadplant, die meer dan eenmaal tijdens zijn levensduur kan bloeien én langer dan twee jaar leeft
     Een andere plant die nu bloeit is heel was discreter, in feite weer wat al te discreet. In tegenstelling tot de nicotiana's heb ik er maar één van, maar daar is een goede reden voor: het is de duurste vaste plant die ik ooit gekocht heb.[2]
Synoniemen
  • overblijvend kruid
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Sarah Hart
    “Dot plant” (19 september 1992) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.