vazelvarken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vazelvarken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·zel·var·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vazelvarken vazelvarkens
verkleinwoord vazelvarkentje vazelvarkentjes

Zelfstandig naamwoord

hetvazelvarkeno

  1. (veeteelt), (verouderd) een varken dat niet vestgemest wordt maar voor de teelt voorbestemd is
      A. ten sterfhuize van Mej. Dentgenbach, 2 drachtige Koeien, 1 éénjarig rund, 1 vazelvarken, 30 kippen en 2 hanen, hondenkar, hond, kruiwagen, veevoederketel, hakselkist, wanmolen, schoffel en verdere schuur- akkergereedschappen, benevens de huismeubels[.][2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'vazelvarken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.