veiligheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veiligheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɛiləxhɛit/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vei·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheid veiligheden
verkleinwoord veiligheidje veiligheidjes

Zelfstandig naamwoord

deveiligheidv

  1. een situatie waarin een bepaald gevaar niets kan aanrichten
    • De huizen werden in veiligheid gebracht voor de naderende storm. 
     ‘Ik ben gelukkig vast in dienst. Voor mijn baas is deze situatie uiterst vervelend. Veel bedrijven moeten nu een balans gaan zoeken tussen geld blijven verdienen en de veiligheid. Vandaag gaan we ook bekijken hoe we het vanaf volgende week gaan doen met het werk.’[1]
     President Niinisto en premier Marin van Finland zijn voorstander van het NAVO-lidmaatschap van hun land. Volgens de twee moet het land "zonder vertraging" een aanvraag doen voor het lidmaatschap van het militaire bondgenootschap. Dinsdag zei de defensiecommissie van het Finse parlement al dat toetreden tot de NAVO de beste optie is om nationale veiligheid te garanderen.[2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veiligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Charlotte Huisman
    “Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
  2. Weblink bron “Finse politieke leiders willen toetreden tot de NAVO, Rusland ziet dreiging” (12 mei 2022), NOS
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.