veiligheidshandschoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veiligheidshandschoen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɛiləxhɛitsˌhɑntsxun/
Woordafbreking
  • vei·lig·heids·hand·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veiligheidshandschoen veiligheidshandschoenen
verkleinwoord veiligheidshandschoentje veiligheidshandschoentjes

Zelfstandig naamwoord

deveiligheidshandschoenv/m

  1. (techniek) nauwsluitend, beweeglijk omhulsel gemaakt om de hand tijdens het werken te beschermen
    • De arbeiders dienen de veiligheidsbril, de helm, handschoen, veiligheidshandschoen en nog vele andere veiligheidsmiddelen als een deel van het gereedschap te gaan beschouwen. [1]
  2. (medisch) soort want waarmee je niet kunt grijpen en die zo voorkomt dat een patiënt schadelijke dingen doet
    • Zorg dat de patiënt, bij het gebruik van één veiligheidshandschoen niet wordt belemmerd in het gebruiken van het alarm. [2]
Opmerkingen
  • [1] Hoe een veiligheidshandschoen is uitgevoerd hangt erg af van de aard van de werkzaamheden, omdat die bepalen wat de gevaren zijn die de hand bedreigen, zoals steken, snijden, schaven, besmetting of chemische aantasting .

Gangbaarheid

  • Het woord 'veiligheidshandschoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.