veldwachter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veldwachter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • veld·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldwachter veldwachters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

develdwachterm

  1. (ordehandhaving) (beroep) (geschiedenis) (voor 1945:) een ordehandhaver in de kleinere gemeenten op het platteland
    • Misschien is de naam veldwachter wel onstaan omdat hij toezicht hield onder andere om te controleren of er geen distels groeiden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • rijksveldwachter
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veldwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.