vereiste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vereiste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·eis·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vereisen met het achtervoegsel -te
  • afgeleid van vereist met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord vereiste vereisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het vereiste v of o

  1. datgene waar men niet buiten kan
Hyponiemen
  • basisvereiste, functievereiste, jaarvereiste, klachtvereiste, minimumvereiste, mvv-vereiste, toestemmingsvereiste, vergunningvereiste, vormvereiste
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

vereiste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vereist

Werkwoord

vervoeging van
vereisen

vereiste

  1. enkelvoud verleden tijd van vereisen
    • Ik vereiste. 
    • Jij vereiste. 
    • Hij, zij, het vereiste. 
  2. verbogen vorm van vereist, voltooid deelwoord van vereisen

Gangbaarheid

  • Het woord vereiste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.