condition

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  condition (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɒndiʃən/, /kʌnˈdɪʃən/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
condition conditions

Zelfstandig naamwoord

condition

  1. conditie [1,2], toestand
  2. (juridisch) conditie [3], voorwaarde
  3. (medisch) aandoening, afwijking [2], kwaal, ziekte
Afgeleide begrippen
  • conditional
vervoeging
onbepaalde wijs to  condition 
he/she/it  conditions 
verleden tijd  conditioned 
voltooid
deelwoord
 conditioned 
onvoltooid
deelwoord
 conditioning 
gebiedende wijs  condition 

Werkwoord

condition

  1. overgankelijk als voorwaarde stellen
  2. overgankelijk conditioneren
  3. overgankelijk in een bepaalde gewenste toestand brengen
  4. overgankelijk ~to gereedmaken/klaarmaken voor, voorbereiden op

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  condition    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔ̃.di.sjɔ̃/
Woordafbreking
  • condi·tion (afbreking leidend tot con aan het eind van een regel wordt ontraden)[1]
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  condition     la condition     conditions     les conditions  

Zelfstandig naamwoord

condition v

  1. conditie, toestand
  2. conditie, voorwaarde

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.