verkeersongeluk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkeersongeluk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·keers·on·ge·luk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verkeer zn en ongeluk zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkeersongeluk | verkeersongelukken |
verkleinwoord | verkeersongelukje | verkeersongelukjes |
Zelfstandig naamwoord
het verkeersongeluk o
- (verkeer) een ongeval waarbij één of meer verkeersdeelnemers betrokken zijn
- Hij maakte genoeg mee, in 40 jaar. "De emmer drupt wel vol."Met vervelende dingen, zoals slachtoffers van verkeersongelukken, maar ook met mooie herinneringen. "Tijdens een patrouille door het buitengebied zag ik eens dat een boer bezig was met de bevalling van een schaap. In het donker. Ik heb hem geassisteerd en met mijn zaklamp voor licht gezorgd."[1]
- Zoals ook bij Kok werd er thuis nooit over gesproken. Ook de kinderen Pelt reconstrueren het verleden pas als hun vader overleden is. Ook zij droegen een geheim bij zich, ook al wisten ze niet precies wat dat behelsde. De angst dat het zou uitkomen was groot. De kinderen hoorden weleens van hun vader dat iemand in zo'n zelfde situatie die wel sprak een dodelijk 'verkeersongeluk'kreeg.[2]
- Bij een verkeersongeluk in de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) zijn dinsdag minstens 77 mensen om het leven gekomen. Een vrachtwagen die zowel goederen als mensen transporteerde crashte.[3]
Synoniemen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord verkeersongeluk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.