verkoopakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verkoopakte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·koop·ak·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van verkoop zn en akten zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkoopakte | verkoopakten verkoopaktes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de verkoopakte v / m [1]
- (economie) schriftelijke overeenkomst betreffende de verkoop van zaken of goederen
- ▸ De volgende dag, op dezelfde tijd als Debray de verkoopakte tekende, te weten: tegen vijf uur 's avonds, omhelsde Mercédès teder haar zoon en stapte in de diligence naar Chalón-sur-Saóne.[2]
- ▸ Maar wat ze hem voorhield was een piepklein gevalletje van een duim of acht breed, zoals de verkoopakte van een paard of een vat Wijn, opgerold en dichtgebonden met een rafelig zwart lint.[3]
Synoniemen
- verkoopsakte
Gangbaarheid
- Het woord verkoopakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “De graaf van Monte-Cristo” (2007), L.J. Veen , ISBN 9789020413021
- ↑ “Regicide” (2020), Cargo, ISBN 9789403191218
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.