verkoop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·koop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verkoop | verkopen |
verkleinwoord | verkoopje | verkoopjes |
Zelfstandig naamwoord
vérkoop m
- (handel) het verkopen (voor geld aan een ander geven)
Antoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Iemand (geen) knollen voor citroenen verkopen
iemand (niet) gemakkelijk kunnen bedriegen
- Iets voor een appel en een ei verkopen
voor een erg lage prijs verkopen
- Je moet de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is
men viert best de overwinning niet alvorens die heeft plaatsgevonden
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verkopen |
verkóóp
Gangbaarheid
- Het woord verkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkoop" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.