verkrachting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verkrachting    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈkrɑxtɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ver·krach·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkrachting verkrachtingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deverkrachtingv

  1. (misdaad), (seksualiteit) gewelddaad die leidt tot het seksueel binnendringen van de vagina of anus (met de penis of een voorwerp) tegen de zin in van het slachtoffer
  2. (juridisch)
    1. (Nederlands Wetboek van Strafrecht, § 242) door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand [dwingen] tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
    2. (Belgisch Wetboek van Strafrecht, § 375) elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt
    • Hij werd veroordeeld voor geweldpleging en verkrachting. 
  3. (figuurlijk) ernstige overtreding of schending (van de wetten, rechtsstaat e.d.)
  4. (figuurlijk) door een slechte opvoering bederven (van een toneelstuk, e.d.)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verkrachting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.