vertelselboek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vertelselboek (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈtɛlsəlˌbuk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ver·tel·sel·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vertelsel zn en boek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertelselboek | vertelselboeken |
verkleinwoord | vertelselboekje | vertelselboekjes |
Zelfstandig naamwoord
het vertelselboek o
- gedrukte bundel met korte verhalen voor kinderen
- ▸ Bij de materialistische mens denk ik aan een plaatje uit een oud vertelselboek: een oude man die zich met goudstukken uit zijn geldkist zit te besprenkelen.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord vertelselboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron S. Montag (ps. van H.J.A. Hofland)“Op de vroege maandag” (26 juni 1999) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.