vervaltijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vervaltijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ver·val·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vervaltijd vervaltijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devervaltijdm

  1. (natuurkunde) de gemiddelde levensduur van een instabiel deeltje, de tijd die het duurt totdat nog maar 36,8% over is van de oorspronkelijke hoeveelheid
    • De auteurs sparen hun lezers bepaald niet. Er wordt enorm veel zware kennis over hen uitgestort. Naar eigen zeggen werkten 't Hooft en Vandoren honderd miljoen seconden aan hun boek - ongeveer drie jaar - en dat is er wel aan af te zien. Behalve hun hoofdverhaal hebben ze nog vijf met kleuren gemarkeerde verhalen in het boek vervlochten: over vervaltijden en periodieke signalen bijvoorbeeld. Er wordt veelvuldig tussen de hoofdstukken heen en weer verwezen.[2] 
    • Uit het gemeten aantal kan, rekening houdend met de gemiddelde vervaltijd van Germanium-71 (11,4 dagen, waarbij het weer Gallium-71 wordt) het aantal neutrino's worden berekend. En zo verkrijgt men dan uiteindelijk de totale neutrinoflux van de zon.[3] 
  2. (economie) de datum waarop een schuld moet zijn afgelost
  3. periode dat iets achteruit gaat, met name van een cultuur
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vervaltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant SJAAK PRIESTER 27 augustus 2011
  3. NRC George Beekman 6 december 1990
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.