verzwakken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verzwakken    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɛrzʋɑkə(n)/
Woordafbreking
  • ver·zwak·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van zwak met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzwakken
verzwakte
verzwakt
zwak -t volledig

Werkwoord

verzwakken

  1. overgankelijk zwakker maken
    • Het weinige slapen zal hun weerstand verzwakken. 
     Volgens hem heeft het stadsleven veel van onze zintuigen verzwakt en door ze te reactiveren en een met de natuur te worden, zou ik voor een groot deel op mezelf moeten kunnen vertrouwen.[1]
  2. ergatief zwakker worden
    • Zij verzwakken door een tekort aan slaap. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verzwakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.