villawijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  villawijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvilaˌwɛik/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vil·la·wijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord villawijk villawijken
verkleinwoord villawijkje villawijkjes

Zelfstandig naamwoord

devillawijkv/m

  1. woongebied met dure huizen omringd door grote tuinen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord villawijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.