viruswappie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: viruswappie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirʏsˌwɑpi / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- vi·rus·wap·pie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van virus zn "SARS-CoV-2" en wappie zn "persoon met waandenkbeelden"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viruswappie | viruswappies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de viruswappie v / m
- (scheldwoord) iemand die ontkent hoe ernstig de coronapandemie is of hierover bizarre ideeën en complottheorieën verspreidt
- ▸ Tijdens Even tot hier zong Van ’t Hek het liedje Wappie, een variatie op zijn kerstklassieker Flappie. Over een „viruswappie” die niet in het coronavirus gelooft en bij de Hofvijver in Den Haag staat te trommelen tijdens de toespraak van de premier.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'viruswappie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Simone Peek“Oudejaarsconference Youp van ’t Hek gaat door” (20 december 2020) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.