visgeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visgeur    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɪsxør/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vis·geur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visgeur visgeuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devisgeurm

  1. wat de neus van mensen waarneemt als dieren met kieuwen uit het water zijn gehaald
    • Ook andere viskramen hebben natuurlijk soms wel echt verse vis. Vraag naar welke vis de verste is, kijk ook zelf goed (heldere ogen, rode kleur onder het kieuwdeksel, stevig vlees, geen onsmakelijke visgeur). [2]

Gangbaarheid

  • Het woord visgeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.