visitekaartje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visitekaartje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·si·te·kaart·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord visitekaartje visitekaartjes

Zelfstandig naamwoord

hetvisitekaartjeo dim. tant.

  1. (oorspronkelijk) een kaartje met de naam van de bezoeker dat achtergelaten werd indien men niet thuis aangetroffen werd en dat als bezoek telde.
  2. een naamkaartje in het algemeen
  3. een eerste indruk die men heeft van een organisatie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord visitekaartje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.