visplaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visplaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vis·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visplaat visplaten
verkleinwoord visplaatje visplaatjes

Zelfstandig naamwoord

devisplaatv/m

  1. (kookkunst) metalen plaat met gaatjes waarop men een vis kan koken in een vispan

Gangbaarheid

  • Het woord visplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.