vissenoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vissenoog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vis·sen·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vissenoog vissenogen
verkleinwoord vissenoogje vissenoogjes

Zelfstandig naamwoord

hetvissenoogo

  1. het oog van een vis
    • De tentoonstellingen over de gouden eeuw en de walvisvaart zijn sterk op beleving gericht. Een plaatje over de walvisvangst bekijken is nog iets anders dan een walvis binnenlopen, baleinen zien wapperen en het vissenoog op medebezoekers richten. En wie een schilderij uit de gouden eeuw aanraakt, kan er zomaar door toegesproken worden. [2] 
  2. een lens met een extreem korte brandpuntsafstand en daardoor een groot blikveld
    • De foto’s worden gemaakt met een speciale ”vissenooglens”. Roovers: „Met deze bolle lens kan met één klik een gebied van bijna 190 graden worden gefotografeerd. Door twee van die foto’s te combineren, creëren we een panoramabeeld van 360 graden.” [3] 
Afgeleide begrippen
  • vissenooglens

Gangbaarheid

  • Het woord vissenoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.