vissenoog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vissenoog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vis·sen·oog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis zn en oog zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vissenoog | vissenogen |
verkleinwoord | vissenoogje | vissenoogjes |
Zelfstandig naamwoord
het vissenoog o
- het oog van een vis
- De tentoonstellingen over de gouden eeuw en de walvisvaart zijn sterk op beleving gericht. Een plaatje over de walvisvangst bekijken is nog iets anders dan een walvis binnenlopen, baleinen zien wapperen en het vissenoog op medebezoekers richten. En wie een schilderij uit de gouden eeuw aanraakt, kan er zomaar door toegesproken worden. [2]
- een lens met een extreem korte brandpuntsafstand en daardoor een groot blikveld
- De foto’s worden gemaakt met een speciale ”vissenooglens”. Roovers: „Met deze bolle lens kan met één klik een gebied van bijna 190 graden worden gefotografeerd. Door twee van die foto’s te combineren, creëren we een panoramabeeld van 360 graden.” [3]
Afgeleide begrippen
- vissenooglens
Gangbaarheid
- Het woord vissenoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vissenoog" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad L. Vogelaar 27-09-2011 Bezoeker Scheepvaartmuseum geënterd en getorpedeerd
- ↑ Reformatorisch Dagblad Marcel ten Broeke 16-12-2005 Smarts zien wereld door een ”vissenoog”
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.