visstoel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visstoel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vis·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visstoel visstoelen
verkleinwoord visstoeltje visstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

devisstoelm

  1. een opklapbaar stoeltje waarop de visser kan zitten tijdens het vissen
    • Een visstoel heeft meestal geen rugleuning of armleuning zoals een regiseursstoel die wel heeft. 

Gangbaarheid

  • Het woord visstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.