viswant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  viswant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vis·want
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord viswant viswanten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetviswanto

  1. visnet, vistuig
  • Het woord 'viswant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Gangbaarheid

26 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.