vleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vleer (hulp, bestand)
- IPA: / vler / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- vleer
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van vleder [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleer | vleren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de vleer v / m
- (zoötomie) (verouderd) lichaamsdeel in de vorm van een beweeglijk vlak dat paarsgewijs links en rechts aan de romp van vliegende dieren zit
- (plantkunde) (verouderd) benaming voor heesters uit het geslacht Sambucus
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- [1] vleermuis
- [2] vleerbes
- [2] vleerbezie
- [2] vleerbloem
- [2] vleerboom
- [2] vleerhout
Gangbaarheid
- Het woord 'vleer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.