vleesnat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vleesnat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vlees·nat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleesnat
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetvleesnato [1]

  1. het sap van vlees
  2. aftreksel van vlees
     Wat van dit tarwebrood, gedoopt in vleesnat misschien, en hier is een fijn vet stuk konijnevlees.[2]
     De keizer en de heelmeesters drongen er echter bij hem op aan dat hij minstens een hartversterkend middel zou innemen en vleesnat drinken waarmee hij voldoende krachten zou opdoen om de strijd aan te binden.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord vleesnat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Marion Eleanor Zimmer Bradley
    Nevelen van Avalon” (1982), De Boekerij , ISBN 9022529649
  3. Joanot Martorell en Martí Joan de Galba
    “Tirant lo Blanc” (1987), Schocken, ISBN 0805238999
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.