vliesvleugelige

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vliesvleugelige    (hulp, bestand)
  • IPA: /vlisˈfløɣələɣə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vlies·vleu·ge·li·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliesvleugelige vliesvleugeligen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

devliesvleugeligev/m

  1. (dierkunde) benaming voor insecten uit de orde Hymenoptera 
     Drijft er een wesp in uw frisdrank? Augustus is de maand waarin de kans op ontmoeting tussen mens en vliesvleugelige het grootst is.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • zie de categorie: Vliesvleugeligen in het Nederlands

Bijvoeglijk naamwoord

vliesvleugelige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vliesvleugelig
     In Upstream heeft Korstanje zich dit keer door maar één dier, een insect, laten inspireren: de vliesvleugelige bij, waarvan de korven vroeger bij haar ouderlijk huis stonden.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord vliesvleugelige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Arjen Schreuder
    “De angst is groter dan de gevolgen” (16 augustus 2007) op nrc.nl
  3. Weblink bron
    Lucette ter Borg
    “Herinneringen aan de vliesvleugelige bij” (30 oktober 2010) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.