vloerbekleding

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vloerbekleding    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vloer·be·kle·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vloerbekleding vloerbekledingen
verkleinwoord vloerbekledinkje vloerbekledinkjes

Zelfstandig naamwoord

devloerbekledingv

  1. afwerklaag voor een vloer
     De zilveren vaas op het tafeltje is klaarblijkelijk omgevallen, want het water druppelt op de lichtgrijze vloerbekleding.[1]
    [2]
     Ze hebben geen airbags, geen vloerbekleding, geen geluidsisolatie, geen navigatie, kortom: geen enkele vorm van luxe of extra veiligheid.[3]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord vloerbekleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
  2. Weblink bron
    Marlous Snijder
    “Verbouwplannen? Dit zijn de beste wandafwerkingen” (01-10-2020,), Tubantia
  3. Weblink bron “Aston Martin in nieuwe James Bond-film is een bouwpakket met BMW-motor” (26-02-2020), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.