vlotter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlotter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlot·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlotter | vlotters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de vlotter m [2]
- (techniek) drijflichaam in verschillende toestellen om een niveau te bepalen en afhankelijk hiervan een proces te regelen
Hyponiemen
- alarmvlotter, balkenvlotter, ketelvlotter, verdampervlotter
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
Vertalingen
Bijvoeglijk naamwoord
vlotter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van vlot
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vlotteren |
vlotter
Gangbaarheid
- Het woord vlotter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlotter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.