sensor
Niet te verwarren met: censor |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sensor (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsɛnsɔr/
Woordafbreking
- sen·sor
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘apparaat dat reageert op natuurkundige omstandigheden’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
- van Engels sensor [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sensor | sensors sensoren |
verkleinwoord | sensortje | sensortjes |
Zelfstandig naamwoord
de sensor m
- (techniek) een onderdeel, een instrument dat wordt toegepast om een informatief signaal af te geven over één of meer technische grootheden (snelheid, temperatuur enz.)
- De microprocessor krijgt de informatie uit de signalen die de sensors afgeven.
- ▸ De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie wilde de raket afgelopen voorjaar voor het eerst lanceren, maar dat wordt nu op zijn vroegst in augustus. Er zijn dan nog geen astronauten aan boord, maar wel drie poppen met sensoren.[3]
- ▸ Een prothese, waar je ook mee kunt voelen. Dat lijkt misschien onmogelijk, maar Zwitserse en Italiaanse wetenschappers hebben een prothesehand ontwikkeld die door sensoren toch gevoel kan geven. De Deense Dennis mocht hem als eerste testen.[4]
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
- detector, melder, opnemer, signaalgever, verklikker, voeler
Hyperoniemen
- meet- en regeltechniek
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- kilowattuurmeter, luchtvochtigheid, manometer, radar, rekstrookje, thermistor, thermokoppel, thermostaat, vlotter
- antenne, bewaker, meter, peiler
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sensor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sensor" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sensor" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sensor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “NASA is klaar met uitvoeren van tests met maanraket” (27 juni 2022), NU.nl
- ↑ Weblink bron Donderdag 6 februari 2014, 22:11“Man voelt weer met bionische hand” (4 december 2023), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈsɛn.sə/
Woordafbreking
- sen·sor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sensor | sensors |
Zelfstandig naamwoord
sensor
Overerving en ontlening
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- sen·sor
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sensor | sensores |
Zelfstandig naamwoord
sensor m
Verwijzingen
- sensor in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.