voelhoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voelhoren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voel·ho·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voelen zn en horen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voelhoren | voelhorens |
verkleinwoord | voelhorentje | voelhorentjes |
Zelfstandig naamwoord
de voelhoren m
- (zoötomie) een langgerekt, gewoonlijk geleed, uitwendig orgaan op de kop van een insect dat zintuigen voor de tastzin of soms ook voor gehoor of smaak bevat
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord voelhoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voelhoren" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.