voetbalvereniging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voetbalvereniging    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voet·bal·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetbalvereniging voetbalverenigingen
verkleinwoord voetbalverenigingetje voetbalverenigingetjes

Zelfstandig naamwoord

devoetbalverenigingv

  1. (sport) (voetbal) een sportclub waar men voetbal kan spelen
     Het is feest in Baarlo vanavond. Het vrouwenvoetbal moet meer aandacht krijgen en daarom is Anouk Janssen samen met andere spelers uit haar elftal van voetbalvereniging Baarlo een initiatief gestart om de Nederlandse vrouwen en het vrouwenvoetbal in het algemeen te promoten.[2]
     Toch waren er ook organisaties die de dag naar binnen verplaatsten. Zo werd er in gymzalen Twister gespeeld, in de kleedkamer van een voetbalvereniging geknikkerd en in de woonkamer gekleurd.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
  • betaaldvoetbalvereniging, vrouwenvoetbalvereniging, veteranenvoetbalvereniging
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voetbalvereniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Petra Steenhoff
    “Oranjefans klaar voor de wedstrijd: 'Shotjes en bitterballen bij elke goal'” (03-07-2019), NOS
  3. Weblink bron “Nationale Buitenspeeldag wordt 'Buienspeeldag' door stortregen” (12-06-2019,), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.