voetblessure

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voetblessure    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voet·bles·su·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voetblessure voetblessuren
voetblessures
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

devoetblessurev

  1. (medisch) (sport) letsel aan de voet door overmatige belasting
     Vorige week zette Jeffrey Herlings een streep onder zijn seizoen in de MXGP. Hij kampt met een voetblessure en laat zich daaraan opereren.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord voetblessure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    NOS Sport
    “Coldenhoff breekt ruggenwervels in Lommel, Gajser pakt eindzege” (Zondag 18 oktober 2020, 13:26), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.